4-4-2025
Het is de eerste week van april, maar de nachten houden zich nog stevig vast aan de winter. ’s Ochtends stap ik in dikke winterkleren de deur uit, rits hoog dicht, handschoenen aan. De lucht is scherp en fris – zo’n kou die je wakker maakt tot in je botten.
Maar tegen de middag keert het tij. De zon krijgt steeds meer kracht, en de terugweg van werk voelt ineens als zomer. Jas open, of gewoon helemaal uit. Twee keer deze week ben ik zelfs ’s ochtends in korte broek vertrokken. Met maar 3 tot 5 graden op de thermometer is dat behoorlijk fris – je kuiten protesteren even – maar het kan nét. En er zit iets opwekkends in, alsof je de lente alvast uitdaagt om tevoorschijn te komen.
Wat dit weer écht bijzonder maakt, zijn de heldere ochtenden. Geen wolkje aan de lucht. De zonsopgang is adembenemend – de hemel verandert langzaam van diepblauw naar goud en oranje, terwijl de wereld stilletjes ontwaakt. Daar kan ik intens van genieten. Het zijn die kleine momenten die je eraan herinneren hoe mooi de seizoensovergang kan zijn.Gratis aangeboden terwijl ik lekker door de landerijen fiets.
 |
zonsopgang Beneden Merwede |
17-4-2025 16000km gepasseerd
25-4-2025
April op twee wielen – zon, regen en asfalt
De tweede en derde week van april: perfect fietsweer. ’s Ochtends nog wat fris, maar de kou beet niet meer zo gemeen in je wangen. Toch... korte broek? Nog net niet. De wind bij snelheid blijft venijnig. Maar de terugweg? Zon op je benen, wind in de rug—een pure lentevreugde op twee wielen. Droog, zonnig, stilaan perfect.
Tot woensdag 23 april. De lucht betrekt, donkere wolken pakken zich samen. Voor het eerst dit seizoen moet het regenpak eraan geloven. De regen valt met bakken uit de hemel. Maar ik laat me niet tegenhouden—ik kies de A20-route, op weg naar een kraamvisite bij familie. Alles verloopt volgens plan… tot de Opstalweg.
Wat eerst gewoon nat lijkt, blijkt verraderlijk glad. Een lange droge periode gevolgd door regen: het asfalt is veranderd in een spiegel. En dan gebeurt het.
In een fractie van een seconde glijdt mijn voorwiel weg. Ik voel hoe de fiets onder me vandaan schiet, mijn reflexen schieten tekort. Geen tijd om bij te sturen, geen kans om te remmen. Ik knal op het asfalt. De wereld kantelt. Pijn. Ademhalen lukt nauwelijks. Alles doet zeer. Mijn hoofd bonkt van de klap, mijn borst lijkt in brand te staan.
Binnen minuten staan er mensen om me heen. Bezorgde gezichten. Helpende handen. Terwijl ik lig te happen naar adem op het kletsnatte wegdek, voel ik de adrenaline langzaam zakken en de pijn op volle sterkte binnenkomen. Na een half uur komt Jeannet eraan. Haar gezicht vertrekt zodra ze me ziet. Ze helpt me voorzichtig in de auto.
Thuisgekomen blijkt het oordeel duidelijk: alles flink gekneusd. Fietsen? Even niet.
 |
Als je van Monster 16478 km naar het zuidoosten fietst kom je onder Australië uit |
Reacties
Een reactie posten